Studiegids

nl en

Archeologie van het Oude Nabije Oosten

Vak
2016-2017

Toegangseisen

  • De oudste geschiedenis. Egypte en het Nabije Oosten tot ca. 1000 voor Christus.

  • De eerste wereldrijken: Egypte en het Nabije Oosten (1ste Mill v.Chr. – 7de eeuw n.Chr.)

Beschrijving

De collegereeks heeft tot doel verschillende aspecten van de archeologie van het Oude Nabije Oosten (Egypte, het Syro-Palestijnse gebied, Mesopotamië) te introduceren. Gedurende hoorcolleges zullen verschillende onderwerpen aan de orde komen betreffende moderne archeologische theorievorming en methoden. Hun relevantie zal gedemonstreerd worden aan een klein, maar representatief aantal casestudies. Iedere week wordt één specifiek deel van de te bestuderen literatuur schriftelijk becommentarieerd en mondeling aan de deelnemers gepresenteerd, gekoppeld aan een kritische discussie over de inhoud.

Leerdoelen

  • Een goed beeld krijgen van de huidige stand van zaken binnen de archeologie van het Egypte, Syrië-Palestina en Mesopotamië (Irak-Syrië) en zijn ontstaansgeschiedenis door middel van de geselecteerde archeologische literatuur.

  • In staat zijn huidig onderzoek en literatuur van een onderwerp uit de literatuurlijst kritisch te analyseren en een eigen, beargumenteerde mening daar over te vormen.

  • Het op heldere manier mondeling presenteren van onderzoeksresultaten (± 15 minuten).

Rooster

Zie roosterpagina “Oude culturen van de mediterrane wereld”:http://www.hum.leidenuniv.nl/ocmw/roosters/

Onderwijsvorm

Werkcollege

Studielast

5 EC
Totale studielast 5 EC x 28 uur = 140 uur.

  • Bijwonen college: 7x Egypte, 3x Mesopotamië, 3x Syro-Palestijns gebied: 13×2 = 26 uur

  • Collegevoorbereiding (bestuderen/lezen van opgegeven literatuur): 26 uur

  • Bestuderen van vakliteratuur t.b.v. het schriftelijk eindtentamen en toetsing: 78 uur

  • Mondelinge presentatie van schriftelijk samengevat deel van te bestuderen vakliteratuur: 10 uur

Toetsing

Schriftelijk tentamen aan het einde van het tweede blok met korte vragen over een reeks afbeeldingen en open vragen over de bestudeerde literatuur en collegestof. Vóór de eindtoets 2- wekelijks schriftelijke samenvatting van een deel van de te bestuderen literatuur die mondeling op het college wordt gepresenteerd. Presentatie(s) weegt voor 30%, het tentamen voor 70%.
N.B. Deze weging van beide cijfers vindt alleen plaats met een voldoende voor het tentamen.

Weging

Het eindcijfer voor de cursus komt tot stand door de bepaling van het gewogen gemiddelde op basis van deelcijfers.

Herkansing

Schriftelijk tentamen (100%)

Blackboard

Blackboard wordt gebruikt voor:

  • inleveren van opdrachten

  • verstrekken van studiemateriaal

  • communicatie

Literatuur

Egypte:

  • M. Bietak, Urban archaeology and the ‘town problem’ in Ancient Egypt, in K.R. Weeks (ed.) Egypt and the Social Sciences. (Cairo 1979), 97-144.

  • D.L. Clarke, Analytical Archaeology. Revised edition (London 1978), xv-xviii; 1-41.

  • W. Kaiser & G. Dreyer, Umm el-Qaab, Nachuntersuchungen in frühzeitlichen Königsfriedhof. 2. Vorbericht, MDAIK 38 (1982), 211-269.

  • B. Kemp, Dating Pharaonic cemeteries I. Non-mechanical approaches to seriation, MDAIK 31 (1982), 259-291.

  • Idem, Automatic Analysis of Predynastic Cemeteries: a new method for an old problem, JEA, 68 (1982), 5-15.

  • Idem, The city of Akhenaten and Nefertiti. Amarna and its people, (London 2012), Introduction (17-21), hoofdstukken 2 (47-77), 5 (155-195), 6 (197-229), 7 (231-263), 8 (265-300).

  • S.J. Seidlmayer, Wirtschaftliche und gesellschaftliche Entwicklungen im Übergang vom Alten zum Mittleren Reich, ein Beitrag zur Archäologie der Gräberfelder der Region Qau-Matmar in der ersten Zwischenzeit, in J. Assmann e.a. (eds.), Problems and priorities in Egyptian archaeology (London 1987), 175-217.

  • C. Renfrew, P. Bahn, Archaeology. Theories, Methods and Practice, (London na 2010!), Introduction (9-14), hoofdstukken 3 (71-120), 4 (121-166), 5 (167-222), 10 (381-420) en 12 (463-492).

  • S. Shennan, Quantifying Archaeology (Edinburgh 1997), 1-70. Collegestof.

Mesopotamië

  1. Archeologie van Mesopotamië
  • Roger Matthews, The Archaeology of Mesopotamia. Theories and approaches (2003 of later), 1-26 (Ch.1 Defining a discipline), 27-66 (Tools of the trade), 127-154 (Archaeologies of empire), 155-188 (People’s pasts).

    1. Nippur
  • lees op hoofdzaken: E.C. Stone, Nippur Neighborhoods (1987), pp. 1-11 (Chapter 1 Introduction), 13-28 (Chapter 2), 29-74 (Chapter 3 TA), 75-103 (Chapter 4 TB) [NB: dit boek kan als PDF worden gedownload van https://oi.uchicago.edu/research/publications/studies-ancient-oriental-civilization-saoc. Handig om de plattegronden te raadplegen.]
    en twee recensies op Stone’s boek:

  • G. van Driel, Old Babylonian Nippur, Bibliotheca Orientalis 47 (1990), 559-577;

  • J.N. Postgate, Archaeology and the texts – bridging the gap, Zeitschrift für Assyriologie 80 (1990), 228-240.

    1. Woonhuizen in Oudbabylonisch Ur
  • lees op hoofdzaken: Paolo Brusasco, Family Archives and the social use of space in Old Babylonian houses at Ur. Mesopotamia XXXIV-XXXV (1999-2000), 9-59, 60-110.

Syrië-Palestina
(nader op te geven)

Fotokopieën liggen ter raadpleging bij de balie van de NINO-bibliotheek.
N.B. Het is van belang dat men naast het gebruik van fotokopieën ook de oorspronkelijke publicaties raadpleegt i.v.m. de kwaliteit van (kleuren)foto’s!

Aanmelden

Inschrijven via uSis is verplicht.

Contact

Dhr Dr. R. van Walsem
Dhr Dr. J.G. Dercksen
Dhr Prof.dr. J.K. Zangenberg