Studiegids

nl en

Nederlandse reisliteratuur

Vak
2017-2018

Toegangseisen

BA Nederlandkunde / Dutch Studies; BA Nederlandse Taal en Cultuur; BA Literatuurwetenschap

Beschrijving

In deze cursus verkennen we een genre dat in de Nederlandse literatuurgeschiedenis doorgaans maar weinig aandacht krijgt: het reisverhaal. We bestuderen zowel literaire reisverhalen als reisreportages, reisbrieven en (post)moderne vormen van travel writing, waarbij we ons richten op aspecten als cultuurcontact, culturele narratieven, transculturaliteit, white innocence, representatie en framing van de Ander, ‘writing back’, toerisme, ethiek en identiteit. In de cursus komen zowel reisschrijvers als onderzoekers van reisliteratuur in gastcolleges aan het woord.

Na een inleiding in enkele centrale teksten en begrippen in het onderzoek naar cultuurcontact en representatie, is de cursus opgebouwd uit twee blokken. In het eerste blok verkennen we het negentiende-eeuwse koloniale reisverhaal. We richten ons specifiek op Indische reisverhalen en het ‘terugschrijven’ in reactie daarop door de inheemse bevolking aan de hand van het denken van Edward Saïd en de theorie uit Imperial Eyes van Mary Louise Pratt.

In het tweede blok richten we ons op het moderne Nederlandse reisverhaal. In dit tweede deel benaderen we de reisverhalen als ‘culturele narratieven’, ofwel als vormen van ‘Self-’, ‘Community-’ en ‘World-making’, vertrekkend vanuit het idee dat, om met Ansgar Nünning te spreken ‘narratives or stories are not only the most important ‘cultural ways of worldmaking’, but also provide and important interface between cross-disciplinary narrative research and the study of culture.’ We onderzoeken de relatie tussen culturen en verhalen zowel door de reisteksten als vormen van (Nederlandse) culturele narratieven te zien als door te bestuderen hoe in die verhalen wordt gerefereerd aan andere en eigen culturele narratieven en 'culturele repertoires'. Hoe worden culturen door verhalen gevormd? En hoe geven culturen juist ook vorm aan verhalen? In die laatste vraag spelen uiteraard ook historische institutionele, poëticale en sociale praktijken een rol. Van een aantal prominente Nederlandse reisschrijvers, zoals Frank Westerman, Carolijn Visser, Lieve Joris en Cees Nooteboom, analyseren we niet alleen hun teksten, maar ook wat het voor consequenties heeft (gehad) voor de verbeelding van interculturele communicatie en identiteit, dat ze zich, met hun werk, over de nationale grenzen bewegen.

Leerdoelen

Na afloop van de cursus:
1. kun je het interdisciplinaire onderzoeksgebied travel writing studies typeren en kun je enkele theoretische noties - die in dat onderzoeksgebied centraal staan – definiëren;
2. kun je zelfstandig reisverhalen analyseren en interpreteren vanuit de in de cursus besproken theorieën en benaderingen;
3. ben je in staat (post)koloniale aspecten van de negentiende-eeuwse Indische reisliteratuur te herkennen en benoemen;
4. ben je in staat culturele narrativiteit in het moderne Nederlandse reisverhaal te herkennen en benoemen;
5. kun je de academische en cultureel-institutionele omgang met (Nederlandse) reisliteratuur typeren en specifieke uitingen daarvan (bijvoorbeeld in de secundaire literatuur) kritisch beoordelen
6. ben je in staat om de verworven inhoudelijke kennis, inzicht en vaardigheden toe te passen in weekopdrachten, plenaire discussies en in een schriftelijk werkstuk.
Elke week is er een werkcollege van drie uur. In het eerste uur bespreken we gezamenlijk de theorie. De docent leidt de discussie. De twee volgende uren staan steeds twee reisteksten centraal. Deze bespreking wordt dan – weliswaar in aanwezigheid van de docent – ingeleid (referaat) en voorgezeten door steeds een duo of trio studenten, afhankelijk van de groepsgrootte. Zij bereiden zich grondig voor, zoeken relevant aanvullend materiaal en bedenken stellingen om de discussie vorm te geven, mede op basis van de weekopdrachten van de andere studenten. Onderdeel van deze cursus is een nader te bepalen excursie.

Rooster

Zie Rooster

Studielast

Totale studielast voor de cursus: 280 uur.

  • uren die aan het volgen van college worden besteed: 39 uur.

  • excursie en voorbereiding: 8 uur

  • Tijd voor het bestuderen van de verplichte literatuur en theorie: 60 uur

  • Schrijven van notities en houden van referaten: 60 uur.

  • Tijd voor het schrijven van werkstukken: 113 uur (inclusief inlezen / onderzoek)

Toetsing

Toetsing

  • Je maakt twee na beide blokken een schriftelijk werkstuk (2x 30%).

  • Het referaat telt, samen met de weekopdrachten mee voor 30% van het cijfer.

  • Er is een korte tussentoets over de theorie die voor 10% meetelt.

Weging

Zie hierboven

Herkansing

Nabespreking tentamen / werkstuk

Uiterlijk bij het bekendmaken van de uitslag van het tentamen / werkstuk wordt aangegeven op welke wijze en op welk tijdstip de nabespreking van het tentamen / werkstuk plaatsvindt. Er wordt in ieder geval een nabespreking georganiseerd indien een student hiertoe verzoekt binnen 30 dagen na bekendmaking van de uitslag.

Blackboard

Blackboard wordt gebruikt voor

  • studiehandleiding

  • voor mededelingen

  • voor het inleveren van opdrachten en werkstukken.

Literatuur

In deze cursus maken we gebruik van een selectie van primaire en secundaire teksten. We veronderstellen bekend:

  • Rock, Essink (e.a.), Literatuur in de wereld

  • Korsten, F.W., Lessen in literatuur
    Secundair o.a.:

  • Boehmer, E. & De Mul, ‘Introduction’ in: The Postcolonial Low Countries. Literature, Colonialism and Multiculturalism.

  • Holland, P., & G. Huggan (ed.) ‘Introduction’ uit: Tourists with Typewriters: Critical Reflections on Contemporary Travel Writing. (Ann Arbor: University of Michigan Press, 1998)

  • Honings, Rick & Peter van Zonneveld [red.], Een tint van het Indische Oosten, Reizen in Insulinde 1800-1950. Hilversum, 2015.

  • Siegfried Huigen, ‘Reisliteratuur tussen representatie en identiteit’, gepubliceerd op Neerlandistiek.nl 07.10b; oktober 2007

  • Pablo de Medeiros, ‘Verplaatste identiteit’. In: Fokkema, A., en M. Steenmeijer (ed.), Identiteit en locatie in de hedendaagse literatuur. Nijmegen: Vantilt, 2003

  • Pratt, M.L., [selectie uit] Imperial Eyes. Travel Writing and Transculturation

  • Wester, R., ‘‘Terwijl de kogels om me heenvliegen, twijfel ik over de plaats van een komma’. De onstuimige opmars van de Nederlandstalige reisliteratuur.’, in: Ons Erfdeel, jrg. 36, 59-66

  • De primaire literatuur en de secundaire literatuur met betrekking tot de te lezen primaire teksten worden op het college bekendgemaakt.

Aanmelden

Voor reguliere masterstudenten geldt dat zij verplicht zijn zich tijdig in te schrijven via uSis voor de werkgroep.

Algemene informatie over uSis is te vinden op Nederlands en English

Voor alle andere studenten geldt dat de inschrijving verloopt via de studiecoördinator

Aanmelden Studeren à la carte en Contractonderwijs

Niet van toepassing

Contact

Voor inhoudelijke vragen omtrent deze cursus kun je contact opnemen met de coördinator van de cursus mw. Esther Op de Beek