Studiegids

nl en

Domeinen in de Delta. Opkomst, betekenis en transformatie van het hofstelsel in de Noordelijke Nederlanden

Vak
2012-2013

Toegangseisen

BSA norm en beide propedeuse Themacolleges behaald.

Beschrijving

Het hofstelsel geldt als een belangrijke institutie van de vroege middeleeuwen. Het wordt meestal gepresenteerd als een economisch systeem voor het uitbaten van grootgrondbezit in een situatie dat geld schaars was. De opzet was tweeledig: het centrale deel van het landgoed werd vanuit een hof direct bewerkt met onvrij personeel, de rest was uitgegeven aan horige boeren in ruil voor afdrachten in natura en het verrichten van arbeid op het herenland. De Karolingische en Ottoonse koningen, grote kloosters, bisschoppen en rijksgroten zouden het stelsel tot ontwikkeling hebben gebracht. Behalve voor het genereren van inkomsten gebruikten ze de hoven ook voor het uitoefenen en uitstralen van macht. Vaak ontstond door de vestiging van een kerk en een verdedigbaar huis bij een hof een kleine nederzetting die op haar beurt kon uitgroeien tot een stad. Veel hoven waren aldus steunpunten bij het handhaven en ontwikkelen van territoriale macht. Voor de Noordelijke Nederlanden lijkt hun belang tot dusver sterk te zijn onderschat, zowel in economisch als in politiek opzicht.

In dit college wordt geprobeerd de ontwikkelingsstadia van dit domeinstelsel in de delta van Maas en Rijn te achterhalen tegen de achtergrond van die in West-Europa in het algemeen. Daarbij worden eerst de centrale discussiethema’s uit de historiografie behandeld zoals de vraag of het stelsel voortbouwde op oudere exploitatiesystemen die gebruik maakten van slavenarbeid, de kwesties van winstgevendheid, variatie en omvang, en de relatie tussen hoven en vroege ontginningen. Daarna wordt de lens scherp gesteld op het Nederlandse kust- en rivierengebied tussen ca. 900 en 1300, op de hovennetwerken van de graaf van West-Friesland (later Holland) met zijn huiskloosters Egmond en Rijnsburg, de bisschop van Utrecht en de kapittels van de Utrechtse kerk, de graaf van Gelre en diverse grote abdijen als die van Werden, Elten en Prüm. Dit om de oudste materiële infrastructuur van de landsheerlijke gewesten van ‘Nederland’ bloot te leggen. Behalve de gebruikelijke oorkonden en bezitsregisters krijgen daarbij ook archeologische, landschapshistorische en naamkundige bronnen aandacht.

Leerdoelen

Hoofddoel is het verwerven van vaardigheid in het verrichten van onderzoek op basis van zowel literatuur als een (beperkt aantal) bronnen.

Rooster

Zie rooster Geschiedenis

Onderwijsvorm

Werkcollege

Toetsing

  • Collegeparticipatie 25%,

  • referaat 25%,

  • werkstuk 50%

Blackboard

Blackboard wordt gebruikt voor het ter beschikking stellen van studiemateriaal en voor de onderlinge communicatie.

Literatuur

Wordt later bekend gemaakt.

Aanmelden

Via uSis

Contact

Dhr. J.A. Mol

Opmerkingen

Enige kennis van Latijn kan van pas komen.