Prospectus

nl en

The Mediaevalist’s Laboratory

Course
2014-2015

Toegangseisen

Geen

Beschrijving

Het college biedt een kijkje in de keuken van de mediëvist – de wetenschappelijke specialist die studie maakt van de periode van de middeleeuwen. Niet alleen wordt aandacht besteed aan de brede scala van primaire bronnen die beschikbaar zijn voor middeleeuws-historisch onderzoek, maar ook aan de specifieke methoden die bij het opsporen en analyseren van bronnen kunnen worden ingezet, aan de vereisten die daaraan worden gesteld en aan de problemen die dat oproept. Het college is tevens opgezet als praktijkcollege, bedoeld om de deelnemers actief te laten oefenen met overzichtelijke stukjes bronnenonderzoek en daarvan op formeel correcte wijze verslag te doen in korte presentaties en schriftelijke werkjes. Een deel van de colleges wordt verzorgd door docenten en gespecialiseerde onderzoekers die werkzaam zijn bij de Leidse sectie middeleeuwse geschiedenis.

Leerdoelen

De student heeft

  • kennis van de belangrijkste primaire brontypen voor de studie van de middeleeuwse geschiedenis, en inzicht in de wijze waarop men die kan vinden en selecteren.

  • kennis van de belangrijkste onderzoeksmethoden die beschikbaar zijn om middeleeuwse primaire bronnen te analyseren.

De student kan

  • primaire bronnen analyseren en in een historische context plaatsen en interpreteren

  • kritisch reflecteren op kennis en inzichten neergelegd in vakwetenschappelijke literatuur

  • relatief grote hoeveelheden informatie organiseren en verwerken

  • een op bronnenanalyse gebaseerd referaat houden met gebruik van moderne presentatietechnieken

  • feedback geven en ontvangen.

Rooster

Zie Rooster Geschiedenis

Onderwijsvorm

Werkcollege

Studielast

Totale studielast voor de cursus is 140 uur (5 × 28 uur), waarvan:

  • 40 uren te besteden aan de lectuur van de inleidende literatuur;

  • 24 uren te besteden aan het volgen van colleges (12 × 2 uur);

  • 16 uren te besteden aan het maken van kleine deelopdrachten (ca 1,5 uur p/week);

  • 20 uren te besteden aan voorbereiding referaat

  • 40 uren te besteden aan eindopdracht (eindwerkstukje).

Toetsing

Toetsing vindt plaats via:

  • de becijfering van kleine deelopdrachten (15% eindcijfer)(toetsing van kennis- & inzichtaspecten plus eerste twee vaardigheidsaspecten);

  • het houden van een referaat (15% eindcijfer)(toetsing van derde en vierde vaardigheidsaspect);

  • het schrijven van een eindwerkstukje van ca. 3.000 woorden (ca. 6 pp).(70% eindcijfer)(toetsing van kennis- & inzichtaspecten plus eerste drie vaardigheidsaspecten).

Het eindcijfer voor de cursus komt tot stand door de bepaling van het gewogen gemiddelde op basis van deelcijfers;

Bij een onvoldoende eindcijfer dient het eindwerkstuk over te worden gemaakt.

Blackboard

Het Blackboard wordt gebruikt voor het verstrekken van informatie, het bekendmaken van (deel)cijfers en het beschikbaar stellen van aanvullend studiemateriaal (foto’s of kopieën van bronteksten, edities en secundaire literatuur).

Literatuur

  • John H. Arnold, What is Medieval History? (Cambridge/Malden MA: Polity Press, 2008)(of latere druk). 155 p.

  • Martha Howell en Walter Prevenier, From Reliable Sources: an Introduction to Historical Methods (Ithaca/Londen: Cornell University Press, 2001). 207 p.

Aanmelden

via uSis

Contact

Dhr. Prof.dr. P.C.M. Hoppenbrouwers