Studiegids

nl en

Bestuursrecht

Vak
2020-2021

Toegangseisen

Inleiding Bestuursrecht.

Beschrijving

Het bestuur, wie of wat is dat eigenlijk? En wat doet het bestuur als het aan het besturen is en wat mag het daarbij wel en niet doen? Er zijn vele manieren waarop je in Nederland geconfronteerd kan worden met ‘het bestuur’ en bestuurlijke besluitvorming. De journalist die probeert om via de Wet openbaarheid van bestuur inzicht te verkrijgen in de achtergronden bij het besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leiden om een nieuw poppodium te bouwen, de vreemdeling die een verblijfsvergunning aanvraagt om in Leiden een masteropleiding te kunnen volgen, de huiseigenaar die zijn woning graag grondig wil verbouwen en de kokkelvisser die te horen krijgt dat hij in de nabije toekomst geen kokkels meer mag vangen, allemaal worden zij geconfronteerd met een bestuursorgaan dat een besluit neemt dat gevolgen heeft voor hen als belanghebbende, en mogelijk voor derde-belanghebbenden (de buurman van de huiseigenaar bijvoorbeeld).

In dit vak maakt u kennis met het bestuur in zijn belangrijkste verschijningsvormen. U leert daarbij dat het bestuur niet alleen kan besturen door middel van het bestuursrecht, maar ook gebruik kan maken van het privaatrecht. Ook wordt stil gestaan bij optreden van het bestuur dat schade veroorzaakt en, uiteraard, bij de grenzen aan het optreden van het bestuur. Hierbij is steeds aandacht voor de grote mate van verwevenheid tussen de Nederlandse en de internationale en Europese rechtsorde. Deze verwevenheid is van grote invloed op de verhouding tussen de overheid en de burger en heeft bijvoorbeeld consequenties voor de normering van bestuursoptreden.

Dit vak bouwt voort op het eerstejaarsvak Inleiding bestuursrecht. Onder andere de basisbegrippen van het bestuursrecht waarmee u in dat vak heeft kennisgemaakt (bestuursorgaan, belanghebbende, besluitbegrip en de a.b.b.b.) worden dus bekend verondersteld. Door middel van zelfstudie (ondersteund door studiewijzers in het werkboek en door zelftoetsvragen en meerkeuzetoetsen in de Blackboardomgeving) wordt u geacht dit basisniveau aan kennis te onderhouden en, waar nodig, op te frissen. Aan de hand van de studieboeken en enkele readers vindt tijdens de hoorcolleges en de casuscolleges een thematische verdieping plaats, waarbij het bestuur in zijn verschillende verschijningsvormen de revue passeert en steeds wordt ingegaan op de (on)mogelijkheden van bestuurlijk optreden.

Leerdoelen

Doel van het vak:
Verdieping van de kennis van de kernelementen van het Nederlandse bestuursrecht en het bieden van een eerste kennismaking met enkele materiële terreinen van het bestuursrecht. Verdieping van het inzicht in de werking en het systeem van het Nederlandse bestuursrecht. Het verdiepen van de kennis van de verschillende verschijningsvormen van het bestuur, alsook de rechten en plichten van de belangrijkste actoren in het bestuursrecht (bestuursorganen, belanghebbenden) en de grenzen aan bestuursoptreden. Verdieping van de kennis van de internationale en Europese context waarbinnen het bestuursrecht functioneert en het vergroten van het inzicht in de manier waarop het internationale en Europese recht consequenties heeft voor het nationale recht en de bevoegdheden van nationale actoren in het bestuursrecht. Dit alles geschiedt in combinatie met training in enkele van de professionele vaardigheden die men nodig heeft in de juridische beroepspraktijk.

Na afronding van het vak heeft u de volgende kwalificaties verworven:

  • U heeft een grondige kennis van en inzicht in de structuur en samenhang van kernelementen van het Nederlandse bestuursrecht. U kunt in het bijzonder verbanden leggen tussen bestuurlijke rechtsbetrekkingen en u kunt verschillen toelichten tussen dwingend en handhavend bestuur, presterend bestuur, schadeveroorzakend bestuur en besturen door middel van privaatrecht en besturen, met inachtneming van de Europeesrechtelijke kaders.

  • U kunt een bestuursrechtelijke casus (uit de actuele praktijk) oplossen door de opgedane kennis toe te passen en juridisch gefundeerde oplossingen aan te dragen. Als er meerdere oplossingen mogelijk zijn, kunt u deze onderling beoordelen op hun juridische kwaliteit.

  • U kunt kritisch reflecteren op een actuele ontwikkeling in het bestuursrecht.

  • U kunt de kennis, oplossing of kritische reflectie op een heldere en overtuigende wijze overbrengen aan een geïnformeerd publiek van medestudenten of professionals: u kunt positie innemen in het juridische debat.

Rooster

Zie de opleidingspagina van de website.

Onderwijsvorm

Online hoorcolleges (web-lectures)

  • Aantal: 6

  • Namen docenten: prof. mr. T. Barkhuysen en mr. dr. M.L. van Emmerik

  • Vereiste voorbereiding door studenten: bestuderen van de in het werkboek en op Brightspace per week aangegeven verplichte studiestof en kennisclips.

Kennisclips

  • Aantal: 6

  • Naam docenten: mr. dr. J.C.A. van Dam en mr. J.H.M. Huijts

  • Vereiste voorbereiding door studenten: Het zich door middel van zelfstudie eigen maken van de in het werkboek en op Brightspace per week aangegeven verplichte studiestof (inclusief kennisclips met toetsvragen) en het voorbereiden van opgaven daarover.

Andere onderwijsvorm(en)

  • Omschrijving: online Q&A-sessies

  • Aantal: 7

  • Naam docent: : mr. dr. J.C.A. van Dam MA en mr. dr. J.H.M. Huijts

  • Vereiste voorbereiding door studenten: het betreft een mogelijkheid om vragen voor te leggen aan de docent over onderdelen van de stof. Vragen dienen vooraf te worden ingediend via Brightspace.

Naast de hiervoor genoemde onderwijsvormen, vormt gestructureerde zelfstudie een essentieel onderdeel van het vak Bestuursrecht. Dat houdt in dat een deel van de verplichte studiestof zelfstandig dient te worden bestudeerd, zonder dat tijdens de hoorcolleges of casuscolleges uitdrukkelijk op die stof wordt ingegaan.

Toetsing

Toetsvorm(en)

  • Tussentoets (20% van het eindcijfer): casusvraag te maken via ANS

  • Eindtoets (80% van het eindcijfer): casusvragen te maken via ANS

  • Schriftelijk hertentamen (100%)

Ad. 1) Voor de tussentoets en de eindtoets tezamen krijgt u één cijfer; daarbij geldt dat de tussentoets voor 20% meetelt in het eindcijfer en dat de eindtoets voor 80% meetelt in het eindcijfer.

Ad. 2) Deelname aan de tussentoets is geen voorwaarde voor deelname aan de eindtoets. Het wordt echter wel aangeraden om aan de tussentoets deel te nemen: de tussentoets bereidt u voor op de eindtoets en u verdient er reeds 20% van het eindcijfer mee.

Ad. 3) De tussentoets kan niet individueel worden herkanst.

Ad. 4) Bij het herkansingstentamen zal de stof voor de tussentoets en de eindtoets niet afzonderlijk worden getoetst, maar in één tentamen worden afgenomen dat voor 100% meetelt.

Ad. 5) Indien een student niet aan de eindtoets deelneemt, zal geen eindcijfer voor het vak worden gegeven. Indien een student alleen aan de eindtoets maar niet aan de tussentoets deelneemt, zal wel een eindcijfer voor het vak worden gegeven.

Ad. 6) Het behaalde cijfer voor de tussentoets vervalt na afloop van het lopende studiejaar.

Examenstof
Tot de examenstof behoort de verplichte literatuur en jurisprudentie, het werkboek en hetgeen behandeld is tijdens de hoorcolleges en de casuscolleges.

Literatuur

Verplicht studiemateriaal

Literatuur:

  • T. Barkhuysen, J.E. van den Brink, C. de Kruif, W. den Ouden, Y.E. Schuurmans & M.K.G. Tiepkema, , Bestuursrecht in het Awb-tijdperk, Deventer: Kluwer, 8ste druk, 2018.

  • T. Barkhuysen, J.E.M. Polak, B.J. Schueler & R.J.G.M. Widdershoven (red.), AB Klassiek, Deventer: Kluwer, 7e druk, 2016.

  • Actuele wetteneditie: Kluwer Collegebundel 2019-2020 of Sdu Wettenbundel 2019-2020.

  • Nader bekend te maken literatuur en/of jurisprudentie. Zie hiervoor Brightspace.

Werkboek:

  • Werkboek Bestuursrecht (studiejaar 2020-2021). Te raadplegen via Brightspace.

Overige literatuur en jurisprudentie
Zie Brightspace.

Aanmelden

De aanmelding (ook voor de tussentoets) verloopt via uSis.

Contact

Instituut/afdeling

Opmerkingen

Geen.