Studiegids

nl en

BA eindwerkstuk Russische Studies

Vak
2015-2016

Toegangseisen

Beschrijving

Het onderwerp van het werkstuk ligt op het terrein van de afstudeerrichting, dus Taal en Cultuur (coördinator Dr.O.F.Boele) of Geschiedenis, Politiek en Economie (coördinator Dr. M.Bader). Werkstukken worden begeleid door de docent van het gekozen specialisme. Het werkstuk is een wetenschappelijk verantwoord document van ca. 25 pagina’s (8500 woorden). Voor onderwerpen die betrekking hebben op het Russische taalgebied geldt dat ruim gebruik gemaakt moet worden van russischtalige bronnen en literatuur.

De begeleidingsprocedure bij het maken van een werkstuk is als volgt:

  1. Aanmelden via uSis voor 5823IBWERH.
  2. Bijeenkomst 1 (individueel): In december hebben derdejaars studenten een gesprek met de studieadviseur over mogelijke scriptie-onderwerpen. De studenten krijgen de opdracht om contact op te nemen met de beoogde begeleider.
  3. Bijeenkomst 2 (individueel): december/januari student heeft eerste gesprek met de begeleider.
  4. Bijeenkomst 3 (gezamenlijk): scriptieseminar 6 februari – instructie is te vinden op blackboard.
  5. 27 maart deadline inleveren scriptieplan
  6. Bijeenkomst 4 (gezamenlijk) 24 april scriptieplan en opdracht.
  7. Bijeenkomst 5 (gezamenlijk) 29 mei eindpresentatie
  8. 31 juni deadline inleveren scriptie

Criteria voor de beoordeling van het werkstuk
Het werkstuk wordt beoordeeld op vorm en inhoud. Bij het bepalen van het cijfer telt de vorm beslist mee! Het cijfer wordt mede vastgesteld op grond van indeling, taal en stijl, de vorm van de noten en de literatuurlijst en de uiterlijke verzorging in het algemeen. De vormgeving dient in overeenstemming te zijn met hetgeen tijdens Academische Vaardigheden werd geleerd. De inhoud wordt beoordeeld op samenhang, argumentatie en overtuigingskracht van het betoog.

Bij het bepalen van het cijfer tellen vooral de volgende inhoudelijke aspecten zwaar:

  1. formulering van de probleemstelling;
  2. afbakening van het onderwerp;
  3. keuze van relevante literatuur en bronnen;
  4. gebruik van literatuur en bronnen; hierbij wordt o.a. gelet op de volgende punten:
    • is de literatuur of bron voldoende bestudeerd?
    • is de literatuur of bron kritisch gebruikt en zinvol verwerkt?
    • geeft de literatuurlijst de bestudeerde literatuur weer?
  5. betoogtrant en logische structuur; hierbij wordt gelet op de volgende punten:
    • is het beweerde begrijpelijk, ondubbelzinnig en onpartijdig geformuleerd?
    • hoe is de samenhang tussen de hoofdstukken?
    • hoe is de opbouw van ieder hoofdstuk afzonderlijk?
    • vloeit de conclusie voort uit het betoog en is er een logische samenhang tussen probleemstelling en conclusie?
    • is een eventuele eigen inbreng tegenover de gebruikte literatuur goed gefundeerd?
    • zijn de verschillende gegevens uit de literatuur en bronnen goed tegen elkaar afgewogen?
    • is er helder onderscheid gemaakt tussen de weergegeven feiten, opvattingen van anderen en eigen interpretaties?
  6. het notenapparaat
    • de juiste vormvoldoende wetenschappelijke verantwoording

N.B. Voor het scriptie-archief moet de student 3 uitgeprinte exemplaren en 1 electronische versie inleveren.

Leerdoelen

Zie beschrijving.

Rooster

Zie beschrijving.

Toetsing

Werkstuk

Literatuur

  • Eco, U., Hoe schrijf ik een scriptie? (Amsterdam) 1994

  • Gessel, H. van e.a. ed., De Volkskrant Stijlboek, (Amsterdam) 1992

  • Mirande, M.J.A. en E. Wardenaar, Scriptieproblemen, (Groningen), 1989

  • Renkema, J. Schrijfwijzer: Handboek voor duidelijk taalgebruik. (Den Haag) 1994

  • Woordenlijst Nederlandse taal (Den Haag) 1995

  • Zie verder ook Hoe schrijf ik een werkstuk Slavische taalkunde? op www.slavisch.leidenuniv.nl (onder Studiemateriaal online), waarin ook vele algemene tips zijn opgenomen.

Aanmelden

Niet beschikbaar voor A la carte- of Contractonderwijs.

Contact

Bij de studiecoördinator
Blackboard