Studiegids

nl en

Kindermishandeling en verwaarlozing over de levensloop; een introductie

Vak
2015-2016

Toegangseisen

N.v.t.

Beschrijving

Deze cursus betreft het introducerende deel van de interdisciplinaire minor Kindermishandeling en Verwaarlozing: een levensloopperspectief en is verplicht voor de minorstudenten. Voor andere bachelorstudenten kan dit vak als keuzevak gevolgd worden.

Kindermishandeling is uitermate schadelijk voor de ontwikkeling. Er worden verschillende vormen van mishandeling onderscheiden: fysieke en emotionele mishandeling, fysieke en emotionele verwaarlozing en seksueel misbruik. De tweede nationale prevalentiestudie naar kindermishandeling in Nederland (NPM-2010) wijst uit dat in Nederland 34 per 1000 kinderen slachtoffer zijn van één of meer van deze vormen. Kinderen uit eenoudergezinnen, gezinnen met werkloze ouders en gezinnen met zeer laag opgeleide ouders lopen het grootste risico. Een andere belangrijke risicofactor is het hebben ervaren van mishandeling in de eigen jeugd door ouders, oftewel intergenerationele overdracht. Ook mishandeling in andere leeftijdsgroepen, zoals geweld tussen partners en ouderenmishandeling, lijkt samen te hangen met parallelle risicofactoren. Grondige kennis van aspecten van mishandeling over de levensloop die in deze cursus aan bod komen is noodzakelijk voor professionals werkzaam in de praktijk en de wetenschap op het gebied van kinderen en opvoeding.

In deze cursus wordt ingegaan op de historische achtergronden, definities, prevalenties en determinanten van kindermishandeling, en in beperktere mate geweld tussen partners en ouderenmishandeling. Ook wordt ingegaan op methodologische aspecten van wetenschappelijk onderzoek naar mishandeling. Verder wordt aandacht besteed aan opvoedingsinterventies die kunnen worden ingezet om mishandeling zoveel mogelijk te stoppen en te voorkomen.

Ook gastsprekers uit het beroepsveld zullen aan het woord komen om vanuit hun perspectief te vertellen over mishandeling.

Leerdoelen

Kennis opdoen over de prevalentie en definities van mishandeling, de belangrijkste theorieën rondom mishandeling en verwaarlozing over de levensloop, onderzoek naar mishandeling, maar ook over meer praktijkgerichte zaken zoals melden en de preventie van mishandeling.

Eindtermen

1. Vakinhoud

1.1 De bachelor heeft kennis van en inzicht in fundamentele begrippen en theorieën uit de pedagogische en aangrenzende wetenschappen.
1.2 De bachelor heeft kennis van de geschiedenis en ontwikkeling van de pedagogische wetenschappen.
1.3 De bachelor heeft kennis van modellen van diagnostiek, assessment en behandeling en interventie.
1.4 De bachelor heeft kennis van (beleid van en voor) het pedagogisch beroepsveld.

2. Methoden en technieken van onderzoek

2.1 De bachelor heeft basiskennis van en inzicht in de gangbare methoden en technieken van pedagogisch onderzoek, met inbegrip van de hoofdfases van wetenschappelijk onderzoek

3. Academische vaardigheden

3.2 Het wetenschappelijk en ethisch kunnen analyseren en beschrijven van praktische en theoretische pedagogische vraagstukken.
3.3 Het formuleren van een consistente visie of betoog met passend afgewogen wetenschappelijke argumenten.

4. Professioneel gedrag

4.1 Kan wetenschappelijke kennis en inzichten toepassen op opvoedings- en onderwijsvraagstukken.

Rooster

Onderwijsvorm

Hoorcolleges.

Toetsing

Schriftelijk tentamen.

Blackboard

Tijdens de cursus wordt gebruik gemaakt van Blackboard.

Literatuur

  • Miller-Perrin, C.L., & Perrin, R.D. (2013). Child maltreatment. An introduction (3rd edition). Thousand Oaks: Sage Publications.

  • Bonnet, R. (2013). De kleine gids kindermishandeling. Kluwer.

  • Artikelen (worden via Blackboard bekend gemaakt).

Aanmelden

Onderwijs

Het is verplicht om je voor ALLE hoorcolleges en werkgroepen apart in te schrijven via uSis. Zonder geldige inschrijving in uSis kan men niet deelnemen aan onderwijs. Op de website over vakinschrijving vind je de inschrijfperiodes en verdere informatie over de procedure.

Tentamens

Het is verplicht om je voor ieder tentamen in uSis apart aan te melden. Dat geldt ook voor deeltentamens van een vak. Dit kan tot uiterlijk 10 kalenderdagen voorafgaand aan het tentamen. Zonder geldige inschrijving in uSis kan men niet deelnemen aan het tentamen. Meer informatie vind je in de Tentamenregeling FSW.

Contact

Coördinator: prof.dr. Lenneke Alink. Graag per e-mail afspraak maken in geval van vragen.