Studiegids

nl en

Social and Emotional Development

Vak
2014-2015

IBP-students, see Social and Emotional Development

Toegangseisen

De propedeuse behaald hebben. Voor minorstudentengeldt deze eis niet, maar wordt wel extra voorbereiding verwacht, inclusief basiskennis van statistiek waarvoor extra literatuur zal worden gegeven.

Beschrijving

In deze verdiepingscursus bestuderen we de beleving en ontwikkeling van emoties en sociale beslissingen in de kindertijd en adolescentie. Dit zal worden belicht vanuit twee invalshoeken die tezamen een complementair perspectief bieden op de sociale en emotionele ontwikkeling. In deel A staan de functionaliteit van emoties en het proces van emotie-socialisatie centraal. Deel B richt zich op de ontwikkeling van hersengebieden die aan de veranderingen in het sociaal-emotionele gedrag ten grondslag liggen. Let op, deel A en B kunnen niet afzonderlijk worden gevolgd.

Deel A(colleges 1-5) richt zich in de eerste plaats op de vraag wat emoties zijn, waarvoor zij dienen, en daarmee samenhangend, hoe zij sociale relaties in stand kunnen houden, versterken of juist beëindigen. Dan rijst uiteraard de vraag hoe kinderen “emotioneel competent” worden of dat er sprake is van aangeboren patronen. Daartoe bekijken we het proces van emotie-socialisatie, al vanaf de kraamkamer tot in de late adolescentie, waarbij speciale aandacht zal worden gegeven aan culturele verschillen. Aspecten van de emotionele competentie die hierbij aan bod zullen komen zijn o.a.:

  • emotie-expressie en communicatie

  • emotioneel-bewustzijn en emotie regulatie

  • inzicht in andermans emoties en empathie.

Deel B (colleges 6-10) beslaat de biologische basis van sociaal-emotionele ontwikkeling, met een speciale focus op de veranderingen die plaatsvinden in de late kindertijd en de adolescentie. Fundamentele vragen die zullen worden besproken zijn:

  • Wat is het ‘sociale brein’? Welke hersengebieden zijn betrokken in sociaal en emotioneel functioneren?

  • Wat zijn de veranderingen in het ‘sociale brein’ tijdens de adolescentie?

  • Welke hersengebieden zorgen ervoor dat we gevoeliger worden voor affectieve en sociale invloeden in de late kindertijd en adolescentie?

  • Hoe kunnen we veranderingen in sociaal gedrag tijdens de adolescentie (bijvoorbeeld in prosociaal gedrag en het nemen van risico’s) verklaren aan de hand van hersenontwikkeling in deze periode?

Leerdoelen

  • Kritisch lezen en bespreken van de recente ontwikkelings- en neurowetenschappelijke literatuur gebaseerd op wetenschappelijke artikelen. Deze artikelen beslaan 1. de huidige emotietheorieën; waar mogelijk toegespitst op ontwikkeling in de baby-, kinder- en adolescenten leeftijd (deel A); 2. de invloed van verschillende inter- en intra-persoonlijke factoren op de emotiesocialisatie (bv culturele verschillen) (Deel A), 3. meest recente ontwikkelingen in de sociaal-neurowetenschappelijke literatuur (deel B), en 4. huidige modellen over de sociaal-emotionele ontwikkeling en de rol van hersenen hierin tijdens adolescentie (deel B).

  • Verdieping van de collegestof en kritisch leren nadenken over de openrationalisatie van de behandelde onderwerpen in een onderzoeksinstrument. Ervaring opdoen in het afnemen van een onderzoek bij kinderen, data analyse en presenteren van de resultaten in een presentatie tijdens de werkgroep (Deel A).

  • Verdieping van collegestof en kritisch leren nadenken over neurowetenschappelijke studies. Hoe en wanneer kun je neurowetenschappelijke data generaliseren naar een bredere vraag en hoe herken je neuromythes (Deel B).

Rooster

Sociaal-emotionele Ontwikkeling (2014-2015):

Aanmelden

Cursus

Studenten schrijven zichzelf in voor de hoorcolleges en werkgroepen. Raadpleeg de Inschrijfwijzer

Tentamen

Inschrijving voor een tentamen gaat niet automatisch. Studenten kunnen zich vanaf 100 tot 10 kalenderdagen voor een tentamen inschrijven in uSis. Wie zich niet inschrijft, kan niet meedoen aan het tentamen.
Tentamenregeling

Keuzevakstudenten

Schrijf je voor elk keuzevak Psychologie apart in. Studeer je aan de Universiteit Leiden, maar ben je geen psychologiestudent? Of ben je een student van een andere Universiteit/ Hogeschool en wil je in Leiden bij Psychologie een keuzevak volgen? Raadpleeg eerst de informatie over de keuzevakken voor niet-psychologiestudenten

Onderwijsvorm

De cursus bestaat uit 10 hoorcolleges en 8 werkgroepbijeenkomsten. Bij enkele hoorcolleges is de voertaal Engels. Voor de werkgroepen behorende bij Deel A (5 bijeenkomsten) wordt studenten gevraagd een onderwerp uit de colleges verder uit te diepen en hier een onderzoeksinstrument voor te ontwikkelen. Dit instrument wordt bij een aantal kinderen getest, waarna de verkregen data zelfstandig wordt geanalyseerd in SPSS. In de laatste twee bijeenkomsten wordt het onderzoek aan de (werk)groepsleden gepresenteerd. Daarnaast zullen studenten tijdens de werkgroep discussiëren aan de hand van tentamenvragen en stellingen die gerelateerd zijn aan gelezen artikelen. Deze dienen voorafgaand aan de werkgroep door de studenten (individueel) te worden voorbereid.

In de drie werkgroepen van Deel B wordt een verdieping gegeven van de theorieën en onderzoeksgegevens die in de colleges worden behandeld. De belangrijkste theorieën uit de colleges worden besproken en toepassingen worden geëvalueerd. Onderzoeksresultaten die besproken zijn in het college worden kritisch geëvalueerd. Speciale aandacht wordt gegeven aan de interpretatie van neurowetenschappelijke resultaten. Daarnaast zullen studenten tijdens de werkgroep discussiëren aan de hand van tentamenvragen die gerelateerd zijn aan gelezen artikelen. Tentamenvragen dienen voorafgaand aan de werkgroep door de studenten (individueel) te zijn aangedragen via Blackboard. Tijdens de laatste werkgroep zullen studenten in kleine groepjes een onderzoeksvoorstel presenteren. De onderwerpen en groepsindeling zullen tijdens de eerste werkgroep bekend gemaakt worden.

De colleges en werkgroepen beslaan in totaal 80 uren, inclusief voorbereiding en uitvoering van de opdrachten. Daarnaast is het de bedoeling dat 200 uur wordt besteed aan zelfstudie voor het tentamen.

Toetsing

Voor het afronden van SEO is aanwezigheid en actieve deelname aan alle werkgroepen verplicht evenals een voldoende voor de opdracht. Bij een onvoldoende voor de werkgroep kan niet deelgenomen worden aan het tentamen. Het cijfer voor SEO is gebaseerd op het tentamen. Bij goede deelname aan de werkgroepen wordt een half punt opgeteld bij het tentamencijfer. Het tentamen bestaat uit 8 open vragen, waarbij 4 vragen gaan over deel A en 4 vragen over deel B. Let op: het is niet mogelijk om tentamen te doen voor een van de delen afzonderlijk.

De Faculteit Sociale Wetenschappen heeft besloten dat docenten software gebruiken om werkstukken van studenten systematisch op plagiaat te controleren. Bij het constateren van fraude worden disciplinaire maatregelen genomen. Zie ook fraude.

Blackboard

Information on blackboard.leidenuniv.nl

Literatuur

De volgende literatuurlijst is een voorlopige literatuurlijst:

Part A

Lecture 1: Emotion Theories

  • Scherer, K.R. (2000). Emotion. In M. Hewstone & W. Stroebe (Eds.). Introduction to Social Psychology: A European perspective (3rd. ed., pp. 151-191). Oxford: Blackwell.

Lecture 2: Emotion Expression

  • Jenkins, J.M. & Ball, S. (2000). Distinguishing between negative emotions: Children’s understanding of the social-regulatory aspects of emotion. Cognition and Emotion, 14, 261-282.

  • Kerr, M.A. & Schneider, B.H. (2008). Anger expression in children and adolescents: A review of the empirical literature. Clinical Psychology Review, 28, 559-577.

  • Messinger, D. (2008). Smiling. In: M. M. Haith & J. B. Benson (Eds.), Encyclopedia of Infant and Early Childhood Development, Vol. 3, pp. 186-198. Oxford: Elsevier.

  • Wiefferink, C.H., Rieffe, C., Ketelaar, L., De Raeve, L., & Frijns, J.H.M. (2013). Emotion understanding in deaf children with a cochlear implant. Journal of Deaf Studies and Deaf Education, 18, 175-186.

Lecture 3: Emotion Regulation

  • Fields, L. & Prinz, R.J. (1997). Coping and adjustment during childhood and adolescence. Clinical Psychology Review, 17, 937-976.

  • Rieffe, C., Meerum Terwogt, M., & Kotronopoulou, K. (2007). Awareness of single and multiple emotions in high-functioning children with autism. Journal of Autism and Developmental Disorders, 37, 455-465.

  • Buss, K.A., & Kiel, E.J. (2004). Comparison of sadness, anger, and fear facial expressions when toddlers look at their mothers. Child development, 75, 1761-1773

Lecture 4: Empathy

  • McDonald, N., & Messinger, D.S. (2011) The development of empathy: How, when, and why. In A. Acerbi, J.A. Lombo, & J.J. Sanguineti (Eds.), Free will, emotions and moral actions: Philosophy and neuroscience in dialogue. IF-Press. http://www.psy.miami.edu/faculty/dmessinger/c_c/rsrcs/rdgs/emot/McDonald-Messinger_Empathy%20Development.pdf

  • Pouw, L.B.C., Rieffe, C., Oosterveld, P., Huskens, B., & Stockmann, L. (2013). Reactive/proactive aggression and affective/cognitive empathy in children with ASD. Research in Developmental Disabilities, 34, 1256-1266

Lecture 5: Culture and Moral emotions

  • Eisenberg, N. (2000). Emotion, regulation, and moral development. Annual Review of Psychology, 51, 665-697.

  • Oyserman, D. & Arbor, A. (2011). Culture as situated cognition: Cultural mindsets, culturalfluency, and meaning making. European Review of Social Psychology, 22, 162-214

  • Furukawa, E., Tangey, J., & Higashibara, F. (2012). Cross-cultural Continuities and Discontinuities in Shame, Guilt, and Pride: A Study of Children Residing in Japan, Korea and the USA , Self and Identity, 11, 90-113.

Part B

Lecture 6: Introduction: Social Developmental Neuroscience

  • Nelson, E. E., Leibenluft, E., McClure, E. B., & Pine, D. S. (2005). The social re-orientation of adolescence: a neuroscience perspective on the process and its relation to psychopathology. Psychological Medicine, 35, 163-174.

  • Blakemore, S-J. (2008). The social brain in adolescence. Nature Reviews, 9, 267-277.

Lecture 7: Emotion Regulation and Motivation

  • Braams, B.R., Van Leijenhorst, L., & Crone, E.A. (in press). Risks, rewards and the adolescent brain. In V.F. Reyna & V. Zayas (Eds.) The neuroscience of risky decision making. Washington DC: American Psychological Association.

  • Casey, B.J., Jones, R. M. & Hare, T. A. (2008). The adolescent brain. Annals of New York Academy of Sciences, 1124, 111-126.

Lecture 8: Social Brain in Adolescence

  • Crone, E. A. (in press). Fairness considerations in the adolescent brain. Child Development Perspectives.

  • Will, G.-J., & Güroğlu, B. (in press). A Neurocognitive Perspective on the Development of Social Decision-Making. In M. Reuter, & C. Montag (Eds.), Neuroeconomics.

Lecture 9: Social Decisions in Context

  • Masten, C. L., Telzer, E. H., Fuligni, A. J., Lieberman, M. D., & Eisenberger, N. I. (2010). Time spent with friends in adolescence relates to less neural sensitivity to later peer rejection. Social Cognitive Affective Neuroscience, doi:10.1093/scna/nsq098.

  • Chein, et al. (2010). Peers increase adolescent risk taking by enhancing activity in the brain’s reward circuitry. Developmental Science, doi: 10.1111/j.1467-7687.2010.01035.x

Lecture 10: Brain, Empathy and Development Disorders

  • Davey, C. G. Yücel, M., & Allen, N. B. (2008). The emergence of depression in adolescence: Development of the prefrontal cortex and the representation of reward. Neuroscience and Biobehavioral Reviews, 32, 1-19.

  • Decety, J. & Meyer, M. (2008). From emotion resonance to empathic understanding: A social developmental neuroscience account. Development and Psychopathology, 20, 1053-1080.

Contact

Inhoudelijk

Werkgroepen