Studiegids

nl en

Opvoedingsvoorlichting, preventie en interventie: het vertalen van wetenschap naar praktijk

Vak
2014-2015

Toegangseisen

N.v.t.

Beschrijving

Veel ouders hebben vragen over de opvoeding van hun kind. Deze worden gesteld aan en beantwoord door verschillende mensen uit de wetenschap en praktijk. In dit vak worden deze vragen en antwoorden bestudeerd en geanalyseerd. Dit wordt gedaan vanuit theoretische en praktische invalshoeken.

Ten eerste wordt ingegaan op het theoretisch kader en de algemene kenmerken en principes van opvoedingsvoorlichting. Ook wordt aandacht besteed aan vroegtijdige herkenning van opvoedingsproblemen op basis van zowel ouder- als kindkenmerken en de voorspellende waarde van deze kenmerken voor latere opvoedingsproblemen. Verder worden de mogelijkheden besproken voor preventie van en voorlichting over onder andere huilen, slaapproblemen, eetproblemen, gebruik van media en gedragsproblemen bij jonge kinderen en bij adolescenten. Voor al deze aspecten wordt nagegaan in hoeverre gedegen wetenschappelijke evaluatiestudies van verschillende voorlichtingsmethoden en interventies voorhanden zijn en of de informatie en adviezen die ouders krijgen ook gebaseerd zijn op dergelijke wetenschappelijke inzichten. Populaire opvoedingsboeken die ouders lezen worden bijvoorbeeld kritisch onder de loep genomen. De vertaalslag van theorie naar praktijk wordt ook gemaakt in verschillende praktische opdrachten waaronder het ontwerpen van een adviespagina voor opvoeders gebaseerd op wetenschappelijke inzichten.

Leerdoelen

Het verwerven van inzicht in de theorie en praktijk van opvoedingsvoorlichting in termen van vroegtijdige herkenning van opvoedingsproblemen en de preventie ervan.

Eindtermen:
Vakinhoud
1.1 De bachelor heeft kennis van en inzicht in fundamentele begrippen en theorieën uit de pedagogische en aangrenzende wetenschappen
1.2 De bachelor heeft kennis van de geschiedenis en ontwikkeling van de pedagogische wetenschappen
1.3 De bachelor heeft kennis van modellen van diagnostiek, assessment en behandeling en interventie
1.4 De bachelor heeft kennis van (beleid van en voor) het pedagogisch beroepsveld

Academische vaardigheden
3.1. Het verzamelen van wetenschappelijke literatuur, kritisch bezien ervan, vaststellen van de relevantie en samenvatten van de kern
3.2 Het wetenschappelijk en ethisch kunnen analyseren en beschrijven van praktische en theoretische pedagogische vraagstukken
3.3 Het formuleren van een constitente visie of betoog met passend afgewogen wetenschappelijke argumenten
3.4 Correct schriftelijk rapporteren over pedagogische vraagstukken, zowel in een academische als in een andere context
3.5 Correct mondeling rapporteren, zowel in een academische als in een andere context
Professioneel gedrag
4.1 Kan wetenschappelijke kennis en inzichten toepassen op opvoedings- en onderwijsvraagstukken
4.2 Is in staat om onder begeleiding interesse in het vakgebied te verdiepen en verbreden
4.4 Kan reflecteren op ethisch verantwoord wetenschappelijk en pedagogisch handelen van zichzelf en anderen
4.5 Toont in samenwerking met anderen verantwoordelijkheid, betrouwbaarheid, respect en communicatieve vaardigheid
4.6 Kan anderen feedback geven en omgaan met feedback van anderen

Rooster

Rooster

Onderwijsvorm

Hoorcolleges en werkcolleges (met verplichte deelname).

Toetsing

  • Schriftelijk tentamen met open vragen (60% van het eindcijfer);

  • Advies-opdracht (30% van het eindcijfer);

  • Overige opdrachten tijdens de werkgroepbijeenkomsten (samen 10% van het eindcijfer).

Blackboard

Tijdens de cursus wordt gebruik gemaakt van Blackboard.

Literatuur

  • Veer, R. van der (2011). Opvoeden door beginners. Zin en onzin van opvoedingsadvies. Amsterdam: Uitgeverij Balans

  • Webster-Stratton, C. (2006). The incredible years: A trouble-shooting guide for parents of children aged 2-8 years. Seattle: Incredible Years.

  • St James-Roberts (2012). The origins, prevention and treatment of infant crying and sleeping problems. London: Routledge.

  • Andere literatuur wordt nog bekend gemaakt.

Aanmelden

Voor ALLE hoorcolleges, werkgroepen, tentamens en herkansingen is aparte inschrijving via uSis verplicht. Zonder geldige inschrijving in uSis kan men niet deelnemen aan onderwijs en tentamens.

Onderwijs

  • Inschrijven voor de hoorcolleges van het vak kan vanaf 100 kalenderdagen tot uiterlijk 10 kalenderdagen voorafgaand aan het eerste hoorcollege;

  • Inschrijven voor de werkgroepen van het vak kan vanaf 100 kalenderdagen tot uiterlijk 10 kalenderdagen voorafgaand aan de eerste werkgroepbijeenkomst.

Tentamens

Het is verplicht om je voor ieder tentamen in uSis apart aan te melden. Dat geldt ook voor deeltentamens van een vak. Dit kan tot uiterlijk 10 kalenderdagen voorafgaand aan het tentamen. Lees meer

Contact

Coördinator van het vak is drs. Lenny van Rosmalen.