Studiegids

nl en

Vakdidactiek 2 Management en Organisatie (master)

Vak
2010-2011

Toegangseisen

Alleen toegankelijk voor studenten van de lerarenopleiding

Leerdoelen

De leraar in VMBO-TL en onderbouw en bovenbouw HAVO/VWO moet de leerlingen helpen zich de basiskennis en principes van het schoolvak eigen te maken en vertrouwd te raken met de manier waarop deze kennis in het dagelijkse leven en in de wereld van het werken gebruikt wordt. Bovendien moet hij zijn leerlingen introduceren in de kennis, principes, onderzoekswijzen en toepassingen van de wetenschappelijke discipline(s) waaraan het schoolvak gerelateerd is. Daartoe dient de leraar over de volgende kwalificaties te beschikken: – heeft zelf een grondige kennis en beheersing van de leerinhouden waarvoor hij verantwoordelijk is en kent het belang van die leerinhouden voor toekomstig beroep en en/of dagelijks leven van de leerlingen. – Kan gevarieerde lessen ontwerpen en geven waarbij leerlingen de geplande doelen bereiken en daarbij gemotiveerd en actief voortbouwen op reeds verworven kennis en vaardigheden – Evalueert de leeractiviteiten en de effecten hiervan en stelt op basis hiervan zo nodig zijn handelen bij. – Formuleert en onderbouwt een bij de eigen persoon en situatie passende praktijktheorie op vakonderwijs, op basis van reflectie op eigen leservaringen en relevante algemene en domeinspecifieke onderwijsleertheorieën.

Beschrijving

Tijdens de colleges van vakdidactiek 2 wordt specifiek gewerkt aan de volgende vier vakproblemen:
1.Actualiseren. De dynamiek van de economische werkelijkheid vraagt om voortdurende actualisering van de lesinhoud. Een leraar moet zelf materiaal kunnen ontwikkelen en aanpassen. Computer en internet zijn bij dit proces niet weg te denken.
2.Evalueren. Veelvuldig toetsen in de tweede fase is door de geringe contacttijd en inrichting van de school vaak onmogelijk. Tussentijds evalueren wint daardoor aan belang. Ontwikkelen en beoordelen van praktische opdrachten verdient eveneens aandacht.
3.Vakspecifieke vaardigheden. Vaardigheidsproblemen in de economische vakken zijn terug te brengen tot: logisch redeneren, gebruik van getallen, tabellen, grafieken en vergelijkingen, de grafische rekenmachine en werken met excel. Hoe kan een leraar algemene/bedrijfseconomie zijn leerlingen op terrein iets leren?
4.Visie op het schoolvak. Leraren economie verschillen van mening over de verhouding tussen maatschappelijke problemen en de economische theorie in het schoolvak. Tegenstellingen, argumenten hebben gevolgen voor de lespraktijk.

Werkwijze (relatie met de praktijk) en in te leveren opdrachten

Werkcolleges.

Toetsing

De docent beoordeelt aan de hand van gemaakte opdrachten: – de dio corrigeert een gemaakt centraal schriftelijk examen en verantwoordt zich voor zijn of haar oordeel – de dio maakt een controlevraag, een proefwerk(vraag) en een praktische opdracht en presenteert die op college – de dio inventariseert de voor het economieprogramma vereiste wiskundige kennis en vaardigheden en presenteert die op college – de dio ontwerpt een leerstofvervangende internetopdracht, waarmee leerlingen zichzelf, in een elektronische leeromgeving, een stuk van de vereiste kennis en vaardigheden eigen kunnen maken
Zie verder de rubrics.

Studiemateriaal

Sacco Ebbens e.a – Effectief leren (Wolters Noordhoff)
Ton van Haperen – Van economische informatie naar economische kennis (Ruud de Moor Centrum, Open Universiteit)
Ton van Haperen – Internetopdrachten, te vinden op de website index-online (Thieme Meulenhoff)
Coen Teulings – The Wealth of Education (SLO)
Lenie Kneppers – Leren voor transfer (UvA)
H. Moelands e.a. – Toetsen met gesloten vragen (Citogroep)
H. Moelands e.a. – Toetsen met open vragen (Citogroep)
Fons Vernooij – Wiskunde en economie (Wolters Noordhoff)
Artikelen uit vak- en wetenschappelijke tijdschriften, opgegeven door de docent
Aanbevolen studiemateriaal
Artikelen over hierboven beschreven onderwerpen zijn op te vragen bij de docent

Digitale leeromgeving

Bij dit vak wordt gebruik gemaakt van Blackboard.

Rooster