Studiegids

nl en

Schaduwkeizers: De legitimiteit van heersers in de Late Oudheid (284 – 565 n. Chr.)

Vak
2022-2023

Toegangseisen

  • Voor Geschiedenisstudenten: de BSA-norm is behaald en beide Themacolleges zijn met een voldoende afgerond.

  • Voor ONOS-studenten: propedeusecollege Oude Geschiedenis en Seminar ONOS (1e jaar) behaald.

Beschrijving

In de loop van het Romeinse keizerrijk veranderde het keizerschap langzaam maar geleidelijk. Traditioneel wordt dit veranderende karakter aangeduid als een overgang van het ‘principaat’ in de eerste eeuwen naar een ‘dominaat’ in de laatste eeuwen van het Romeinse rijk. Waar de keizers aanvankelijk benaderbaar waren als ‘eersten onder gelijken’, werden zij in de Late Oudheid onbenaderbare heersers die zich boven alle inwoners van het rijk stelden.

Dit college onderzoekt de manieren waarop Romeinse keizers in de Late Oudheid hun macht legitimeerden. Natuurlijk grepen zij daarbij terug op methodes en uitdrukkingen van macht die al eeuwen gangbaar waren. Aan de andere kant hadden politieke, religieuze en sociale veranderingen hun weerslag op het keizerschap. Om de stabiliteit van het rijk te garanderen, delegeerden zij macht aan een collega-keizer, hoge ambtenaren en/of generaals. Een bureaucratisch apparaat nam de plaats in van de senaat als hoogste bestuursorgaan. Met de opkomst van het Christendom ontstonden nieuwe verwachtingen van een ideale heerser. Meer dan ooit werd dynastieke opvolging binnen dezelfde familie als legitieme machtsoverdracht gezien. Tegelijkertijd lag het feitelijke gezag regelmatig bij een hoge generaal in plaats van bij de keizer zelf. Deze laatste ontwikkeling droeg in West-Europa uiteindelijk bij aan het ontstaan van onafhankelijke, ‘barbaarse’ koninkrijken; in het Oost-Romeinse rijk benutten keizers de sacrale status die het Christendom aan hun heerschappij verleende om hun macht te bestendigen tot het Byzantijnse keizerschap, dat nog een millennium zou blijven bestaan. Heersers van de Late Oudheid stonden dus vaak in de schaduw van een ander: een oudere keizer, een Germaanse generaal of hun bloedeigen zus.

Dit werkcollege sluit aan bij het Kerncollege Grenzen van de Macht.

Leerdoelen

Algemene leerdoelen

De student kan:

  • 1) een gezamenlijke opdracht succesvol uitvoeren;

  • 2) een onderzoek met een beperkte omvang opzetten en uitvoeren, en daarbij:
    a. vakliteratuur zoeken, selecteren en ordenen;
    b. relatief grote hoeveelheden informatie organiseren en verwerken;
    c. een wetenschappelijk debat analyseren;
    d. het eigen onderzoek in het wetenschappelijk debat plaatsen

  • 3) reflecteren op de primaire bronnen waarop de literatuur is gebaseerd;

  • 4) een probleemgestuurd werkstuk schrijven en een referaat houden naar het format van de eerstejaars Themacolleges, en daarbij;
    a. een realistische planning hanteren;
    b. een probleemstelling en deelvragen formuleren;
    c. een beargumenteerde conclusie formuleren;
    d. feedback geven en ontvangen;
    e. aanwijzingen van de docent verwerken.

  • 5) participeren in de discussies tijdens colleges.

Leerdoelen, specifiek voor de afstudeerrichting

  • 6) De student heeft kennis opgedaan van de afstudeerrichting(en) waartoe het BA-Werkcollege behoort; bij de afstudeerrichting Oude Geschiedenis: van de Griekse-Romeinse oudheid, met nadruk op de periode 400 v.C. - 400 n.C.; sociaaleconomische structuren, de antieke stad, mentaliteitsgeschiedenis, antieke religie, cultuurcontact.

  • 7) De student heeft kennis van en inzicht in de kernbegrippen, de onderzoeksmethoden en –technieken van de afstudeerrichting, met speciale aandacht bij de afstudeerrichting Oude Geschiedenis voor antieke teksten en archeologische bronnen; bronnenkritiek en contextualisering; acculturatietheorie.

Leerdoelen, specifiek voor dit college

De student:

  • 8) verwerft kennis over het veranderende Romeinse keizerschap van de Late Oudheid;

  • 9) verwerft inzicht in de wetenschappelijke debatten rond de werking van keizerlijke legitimiteit en propaganda in de Late Oudheid;

  • 10) krijgt een introductie tot de primaire bronnen uit de Late Oudheid, zoals antieke literaire bronnen, architectuur en munten.

Rooster

De roosters zijn beschikbaar via My Timetable.

Onderwijsvorm

  • Werkcollege met aanwezigheidsplicht

Dit houdt in dat studenten bij alle werkcolleges aanwezig moeten zijn. Indien je toch verhinderd bent dien je dit vooraf te melden aan de docent. De docent bepaalt vervolgens of, en zo ja, hoe het gemiste college door een vervangende opdracht kan worden ingehaald. Als er specifieke beperkingen zijn bij een college dan maakt de docent dat aan het begin kenbaar. Indien jet niet voldoet aan voornoemde voorwaarden, word je uitgesloten van deelname.

Toetsing en weging

Toetsing

  • Werkstuk (5.000-6.000 woorden gebaseerd op literatuur; exclusief voorblad, inhoudsopgave, bibliografie, voetnoten)
    getoetste leerdoelen: 2-4, 8-10

  • Mondelinge presentatie
    getoetste leerdoelen: 3-4, 8-10

  • Participatie
    getoetste leerdoelen: 5

  • Opdracht 1: groepspresentatie
    getoetste leerdoelen: 3-11

  • Opdracht 2: eerste versie inleiding
    getoetste leerdoelen: 2-4, 8-10

Weging

  • Werkstuk: 60%

  • Mondelinge presentatie: 10%

  • Participatie: 10%

  • Opdracht 1 (groepspresentatie): 10%

  • Opdracht 2 (eerste versie inleiding): 10%

Het eindcijfer komt tot stand op basis van het gewogen gemiddelde op basis van de deelcijfers, met daarbij als aanvullende eis dat het werkstuk voldoende moet zijn; bovenstaande weging geldt ook voor studenten die het vak voor 5EC volgen, waarbij uiteraard rekening gehouden wordt met het verschil in omvang van werkstuk en presentatie.

Herkansing

Het werkstuk kan worden herkanst. Hiervoor geldt de deadline zoals aangegeven in de corresponderende Brightspace cursus.

Inzage en nabespreking werkstuk

Uiterlijk bij het bekendmaken van de uitslag van het werkstuk wordt aangegeven op welke wijze en op welk tijdstip de inzage en nabespreking van het werkstuk plaatsvindt.

Literatuurlijst

  • De per week te lezen literatuur zal via Brightspace bekend worden gemaakt.

  • De literatuur voor het eerste college is Burgersdijk, D. en Ross, A.J., ‘Introduction’ in: D. Burgersdijk en A.J. Ross (eds), Imagining Emperors in the Later Roman Empire. Cultural interactions in the Mediterranean 1. (Leiden/Boston: Brill, 2018) 1-17.

  • Bij het schrijven van het werkstuk is het handboek van Jeanette Kamp e.a., Geschiedenis schrijven! Wegwijzer voor historici (Amsterdam 2016) aanbevolen.

Inschrijven

Inschrijven via MyStudyMap is verplicht.

Aanmelden Studeren à la carte en Contractonderwijs

Niet van toepassing

Contact

  • Voor inhoudelijke vragen, neem contact op met de docent (rechts in informatiebalk).

  • Voor informatie over inschrijvingen, toelating, etc: Onderwijsadministratie Huizinga

Opmerkingen

GLTC-studenten hebben de mogelijkheid dit werkcollege voor 5EC te volgen. In dat geval bedraagt de omvang van het werkstuk 3.000 woorden.