Studiegids

nl en

Beleid, Bestuur en Organisatie II: Multi-level governance

Vak
2022-2023

Toegangseisen

Dit vak is toegankelijk voor alle studenten binnen de track ‘Beleid, Bestuur en Organisatie’ van de Bachelor Bestuurskunde. Als ingangsadvies wordt het sterk aangeraden de volgende vakken te hebben afgerond alvorens aan dit vak deel te nemen:

  • Inleiding Sociaal Wetenschappelijk Onderzoek

  • Kwalitatieve Methoden

  • EU Politics and Policy

  • Public Affairs

Beschrijving

Het vak BBO II bestaat uit een groot onderzoeksproject en is zogenoemd ‘problem-based’. Dat betekent dat studenten in groepsverband een kwalitatief onderzoek uitvoeren om zo een oplossing te vinden voor een bestaand bestuurskundig vraagstuk. Bij het onderzoeksproject integreren studenten de opgedane kennis uit de vakken uit het tweede studiejaar en maken zij gebruik van de geleerde kwalitatieve onderzoeksvaardigheden. Centraal thema bij het onderzoek is het concept multi-level governance.

Wie het Nederlandse staatsbestel wil beschrijven, zal al gauw komen met de term ‘gedecentraliseerde eenheidsstaat’. Een term die nauw verweven is met het bekende ‘Huis van Thorbecke’. Maar hoewel de fundamenten van dit huis nog steeds stevig overeind staan, vindt ook een belangrijke verandering plaats. Zo kon Thorbecke nog niet voorzien dat naast de bestuurslagen van Rijksoverheid, provincies en gemeenten een extra bestuurslaag zou volgen in de vorm van de Europese Unie. Om de invloed van de EU op het nationale overheidsbestel en de wisselwerking tussen de nationale bestuurslagen en de EU beter te begrijpen, is begin jaren 80 het concept ‘multi-level governance’ ontwikkeld. Vandaag de dag wordt het idee van multi-level governance breder toegepast om allerlei bestuurlijke processen, taken en interacties te kunnen analyseren.

In dit vak volgen we die brede toepasbaarheid van het concept multi-level governance. We proberen te begrijpen wat het concept inhoudt en waarvoor het toegepast kan worden. Daarbij richten we ons op de verandering die overheden doormaken van ‘government naar governance’. Kortweg betekent dit dat overheden niet langer in relatieve afzondering en volgens een verticaal, hiërarchisch model werken, maar steeds vaker interacteren met allerlei andere actoren volgens een meer horizontaal model.

Tijdens het vak staan de veranderingen in verticaal en horizontaal bestuur centraal, waarbij we onze blik richten op de interactie tussen het Europese, nationale en lokale niveau. En op de groeiende rol die private actoren krijgen. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om burgers, belangengroepen en andere maatschappelijke actoren. Tot slot reflecteren we op de gevolgen van deze ontwikkeling, met name in termen van belangrijke waarden en processen als democratie, legitimiteit en verantwoording. Dit doen we door middel van hoorcolleges, werkgroepen en verschillende becijferde (groeps)opdrachten.

Leerdoelen

Na het volgen van dit vak zijn studenten in staat om:

  • te beschrijven wat de concepten ‘multi-level governance’ en ‘voorwaardenscheppende staat’ inhouden op basis van de belangrijkste bestuurskundige theoretische inzichten;

  • te begrijpen wat de belangrijkste uitdagingen zijn waarvoor overheden zich anno 21e eeuw gesteld zien en hoe dit samenhangt met de beweging van ‘government naar governance’;

  • te analyseren hoe de beweging naar governance leidt tot een andere invulling van het openbaar bestuur (daarbij gaat het om de inrichting van het verticaal en horizontaal bestuur en de impact op de overheid als publieke organisatie);

  • kritisch te reflecteren op de dilemma’s die dit met zich meebrengt;

  • een kwalitatief onderzoeksproject te ontwerpen en uit te voeren dat past bij een vooraf geformuleerd bestuurskundig probleem;

  • de onderzoeksbevindingen schriftelijk te presenteren in een format geschikt voor valorisatiedoeleinden naar de bij het probleem betrokken actoren;

  • in een projectgroep samen te werken en te komen tot een haalbare planning voor een onderzoek.

Rooster

Op de openingspagina van de opleiding vind je aan de rechterzijde van de E-gids doorlinkmogelijkheden naar de website en de roosters, uSis en Brightspace.

Onderwijsvorm

Dit vak maakt gebruik van een combinatie van interactieve hoorcolleges, werkgroepen en zelfstudie. Van studenten wordt een zelfstandige studie van de stof en de basisbeginselen verwacht, waarover dan vragen gesteld kunnen worden aan de docent tijdens de colleges. De hoorcolleges hebben een interactieve (‘seminarachtige’) opzet, waarbij studenten bijvoorbeeld worden gestimuleerd om actief deel te nemen aan plenaire discussies. Deze hoorcolleges concentreren zich in de beginfase van het vak, zodat de studenten de benodigde kennis meekrijgen voor het opzetten en uitvoeren van hun onderzoeksproject.

Tijdens het vak werken studenten in groepjes zelfstandig aan een onderzoek. De werkgroepbijeenkomsten zijn bedoeld om dit onderzoeksproces te begeleiden. Een deel van deze werkgroepbijeenkomsten heeft dan ook het karakter van individuele spreekuren (per groep dus). Dat betekent dat studenten in een Q&A-achtige opzet gerichte vragen kunnen stellen aan de docent. Aan het begin van het vak worden duidelijke afspraken gemaakt tussen de studenten en de docenten over wat zij wanneer kunnen verwachten.

Aanwezigheid tijdens de werkgroepbijeenkomsten is verplicht. Het is toegestaan om één werkgroepbijeenkomst te missen. Bij het missen van een tweede bijeenkomst volgt een vervangende opdracht. Deze opdracht bestaat uit een kritische review van één of meer opgegeven wetenschappelijke artikelen. Wanneer deze opdracht niet voldoende is afgerond, ontvangt de student geen eindcijfer voor het vak. Bij het missen van meer dan twee verplichte werkgroepbijeenkomst geldt eveneens dat de student geen eindcijfer ontvangt.

Totale studielast is 140 uur.

Daarvan is (4 x 2 =) 8 uur bestemd voor het bijwonen van hoorcolleges en (7 x 2 =) 14 uur voor het bijwonen van de (deels) verplichte werkgroepbijeenkomsten. Het bestuderen van de literatuur kost ongeveer 35 uur, het schrijven van het individuele paper ongeveer 12 uur en de groepsopdracht ongeveer 71 uur.
Het kan zijn dat in het kader van de groepsopdracht een extra hoorcollege met een gastspreker wordt ingepland, dat gebruikt kan worden als input ('data') voor de groepsopdracht. De uren van dit gastcollege komen dan in de studielast voor rekening van de groepsopdracht.

Toetsing en weging

Het eindcijfer van dit vak is gebaseerd op twee deeltoetsen:
1. een individuele kennisopdracht waarin de kennis over het concept multi-level governance wordt getoetst (20% van het eindcijfer);
2. een groepsopdracht waarin een kwalitatief onderzoek wordt uitgevoerd naar een concreet bestuurskundig probleem op het gebied van multi-level governance (80% van het eindcijfer; dit cijfer kan bestaan uit meerdere deelopdrachten die samen optellen tot één cijfer);

Voor het succesvol kunnen afronden van het vak gelden de volgende regels:

  • het eindcijfer van het vak dient voldoende te zijn (cijfer >5,5);

  • tussen de twee deelcijfers is compensatie mogelijk. Dat betekent dat het gewogen gemiddelde tussen de individuele opdracht en de groepsopdracht volgens de weging hierboven gespecificeerd voldoende (cijfer >5,5) moet zijn;

  • Indien het gewogen gemiddelde van de individuele en groepsopdracht onder de 5,5 komt, maar de groepsopdracht wel met een cijfer boven de 5,5 is afgesloten, bestaat de mogelijkheid voor een herkansing van de individuele opdracht. De mogelijkheid om in deze situatie toch de individuele opdracht te herkansen is echter alleen van toepassing als de individuele opdracht bij de eerste kans ook daadwerkelijk voor de deadline is ingeleverd.

  • enkel de groepsopdracht kan worden herkanst. Voor deelname aan de herkansing gelden de
    richtlijnen zoals gespecificeerd in de OER.

Behaalde deelcijfers zijn alleen geldig in het lopende academisch jaar. Deelcijfers vervallen na kans en herkansing van het vak.

Literatuurlijst

De voorgeschreven literatuur bestaat uit een mix van wetenschappelijke artikelen en boekhoofdstukken en meer praktijkgerichte rapporten van adviesraden. Meer informatie volgt via Brightspace.

De Brightspace pagina voor dit vak komt tegen het einde van blok 3 beschikbaar. Brightspace is het communicatiekanaal tussen docenten en studenten. Hier wordt ook een gedetailleerde vakwijzer gepubliceerd met meer informatie over de opdrachten, deadlines en literatuur.

Inschrijven

Schrijf je in MyStudyMap in voor elk vak, de werkgroepen en de tentamens (niet elk vak heeft werkgroepen en/of tentamens). Doe dit op tijd, voor de start van de cursus; sommige vakken en werkgroepen kennen namelijk een limiet. In MyTimetable zie je na inloggen je persoonlijke studierooster.

Inschrijven voor dit vak kan vanaf dinsdag 13 december 13.00 uur.
Let op: inschrijven voor de werkgroepen is mogelijk vanaf woensdag 8 maart 13.00 uur.

Brightspace is de digitale leeromgeving van de Universiteit Leiden. Na je inschrijving voor een vak in MyStudymap ben je ook ingeschreven voor de Brightspace omgeving van het vak.

Na inschrijving voor een tentamen dien je jouw deelname nog te bevestigen via MyStudymap. Doe je dit niet, dan word je uiteindelijk weer uitgeschreven voor het tentamen en mag je niet deelnemen.

Meer informatie over inschrijven via MyStudymap is te vinden op deze pagina.

Let op: gast-/contract-/exchangestudenten schrijven zich niet in via MyStudymap, maar via uSis. Gast-/contract-/exchangestudenten hoeven hun deelname aan de tentamens ook niet te bevestigen via MyStudymap.

Contact

Dr. Carola van Eijk
E-mail: c.j.a.van.eijk@fgga.leidenuniv.nl
Telefoon: 070-8009489

Opmerkingen