Studiegids

nl en

Haagse dynastieën: Kamerzetels als familiebezit

Vak
2020-2021

Toegangseisen

De propedeuse Geschiedenis is voltooid en beide BA2 Werkcolleges zijn met een voldoende afgerond, waarvan één in de richting Vaderlandse Geschiedenis. Met de keuze voor het BA3 Seminar leg je de afstudeerrichting definitief vast.

Beschrijving

Kijk jij ervan op als een slagerszoon zijn vader opvolgt in de slagerij? Waarschijnlijk niet. Familierecepten en kennis van zaken worden zo overgedragen en veiliggesteld voor de toekomst. Zo groeit de familienaam uit tot een kwaliteitsgarantie. Heel anders is dat – tot voor kort althans – bij opvolgers in het politieke machtscentrum. In de moderne politiek horen bestuursbaantjes niet over te gaan van vader op zoon. En toch, de vader van Justin Trudeau ging hem voor als premier van Canada en dat geldt ook voor zijn kersverse Griekse ambtgenoot. De Franse Marine Le Pen volgde haar vader op als partijleider en op het Haagse Binnenhof loopt op dit moment Lilian Marijnissen in de voetsporen van haar vader als leider van de SP. Nu wereldwijd politieke families sterker op de voorgrond treden in het centrum van de macht is het tijd voor historische duiding van de Haagse dynastieën.

Aan het Haagse Binnenhof is het lange tijd eerder regel dan uitzondering geweest dat een bestuurszetel overging van vader op zoon. Tot de Bataafse Revolutie van 1795 kwamen op het Binnenhof in de Staten-Generaal, de voorloper van de Eerste en Tweede Kamer, regenten samen namens zeven soevereine provincies. Toegang tot deze vergadering was voorbehouden aan leden uit aanzienlijke families, die in de tweede helft van de achttiende eeuw een gesloten oligarchie vormden. Bestuursbaantjes gingen over van vader op zoon. De Bataafse Revolutie heeft geprobeerd grenzen te stellen aan de macht van deze bestuursfamilies. Uit een reeks Nederlandse studies leren we echter dat het oligarchische karakter van de bestuurlijke elite in de Republiek een kenmerk is van de politieke cultuur in zowel de achttiende als de negentiende eeuw. Deze literatuur zal ons helpen bij het bestuderen van de overdracht van deze politieke traditie.

Studenten kiezen een familie uit die in de 19e en/of 20e eeuw meerdere generaties actief is geweest in de Haagse parlementaire politiek en schrijven daarover een werkstuk op basis van primair bronmateriaal. De VVD-politicus Josias van Aartsen is de zoon van een ARP-minister en hetzelfde geldt voor Bas de Gaay Fortman, die desondanks populariteit genoot bij de jonge, hippe achterban van de PPR. Ook families waarvan broers hun vader opvolgden – zoals de gebroeders Collot d’Escury (19e eeuw) of Patijn (PvdA) – zijn interessante casussen. Het bronmateriaal bestaat uit de Kamerdebatten in de Handelingen, krantenartikelen, brieven, dagboeken en memoires (voor zover digitaal raadpleegbaar, aanwezig in de UB of te fotograferen tijdens archiefbezoek). Deze diverse brontypes stellen de studenten in staat om het politiek handelen, de berichtgeving daarover en de reflectie op dit handelen in kaart te brengen en kritisch te bevragen. De volgende vragen staan centraal: Handelden de verschillende generaties vergelijkbaar of juist anders in vergelijking met hun voorouder? Met welke verwachtingen betrad de nieuwe generatie de Kamer? Zijn de enfants terribles in de Kamer de zetelrovers avant la lettre? Zien we een verandering in de opvattingen over deze vorm van zeteloverdracht bij de families zelf of in de berichtgeving in de media? Wat zeggen de antwoorden op deze vragen over ons beeld van de overdracht van traditie?

Het is de bedoeling dat de gekozen families in verschillende periodes actief waren op het Binnenhof, zodat we tijdens de discussies in het college op zoek kunnen gaan naar een ontwikkeling op de langere termijn. Aan het einde van het college zijn we in staat om de overdracht van de Haagse dynastieke traditie te duiden.

Leerdoelen

Algemene leerdoelen

  • 1) een wetenschappelijk onderzoek met een beperkte omvang opzetten en uitvoeren, en daarbij:
    a. relatief grote hoeveelheden informatie organiseren en verwerken;
    b. vakliteratuur zoeken, selecteren en ordenen;
    c. een wetenschappelijk debat analyseren;
    d. het eigen onderzoek in het wetenschappelijk debat plaatsen.

  • 2) een probleemgestuurd werkstuk schrijven en een referaat houden naar het format van de eerstejaars Themacolleges, en daarbij:
    a. een realistische planning hanteren;
    b. een probleemstelling en deelvragen formuleren;
    c. een beargumenteerde conclusie formuleren;
    d. feedback geven en ontvangen;
    e. aanwijzingen van de docent verwerken.

  • 3) reflecteren op de primaire bronnen waarop de literatuur is gebaseerd.

  • 4) bronnen selecteren en gebruiken voor eigen onderzoek.

  • 5) bronnen analyseren, in een historische context plaatsen en interpreteren.

  • 6) participeren in de discussies tijdens colleges.

Leerdoelen, specifiek voor de afstudeerrichting

  • 7) De student heeft kennis opgedaan van de afstudeerrichting(en) waartoe het BA-Seminar behoort, meer specifiek: bij de afstudeerrichting Vaderlandse Geschiedenis: staatsvorming, identiteit, en politieke cultuur van Nederland en de Nederlandse overzeese gebieden vanaf de zestiende eeuw.

  • 8) De student heeft kennis van en inzicht in de kernbegrippen, de onderzoeksmethoden en –technieken van de afstudeerrichting, met speciale aandacht bij de afstudeerrichting Vaderlandse Geschiedenis voor primaire bronnen en diachrone nationale geschiedenis.

Leerdoelen, specifiek voor dit college

De student:

  • 9) verwerft inzicht in de overdracht van traditie in de moderne parlementaire geschiedenis;

  • 10) verwerft inzicht in het wetenschappelijke en publieke debat over de invloed vna de Nederlandse notabelenelite in Den Haag;

  • 11) leert primaire staatkundige, populaire/publieke en persoonlijke bronnen a) selecteren voor eigen onderzoek en b) analyseren en interpreteren, c) in een historische context plaatsen en met literatuur verbinden.

Toetsing en weging

Toetsing

  • Werkstuk (6.000-7.000 woorden exclusief voorblad, inhoudsopgave, bibliografie en voetnoten; probleemgestuurd werkstuk op basis van primair bronnenonderzoek)
    getoetste leerdoelen: 1-5, 9-11

  • Mondelinge presentatie
    getoetste leerdoelen: 3-5, 11

  • Participatie
    getoetste leerdoelen: 6

  • Deelopdrachten (voorbereidend op het werkstu)
    getoetste leerdoelen: 1-5

Weging

  • Werkstuk: 65%

  • Referaat: 5%

  • Participatie: 20%

  • Deelopdrachten: 10%

Het eindcijfer komt tot stand op basis van het gewogen gemiddelde op basis van de deelcijfers, met daarbij als aanvullende eis dat het werkstuk voldoende moet zijn.

Deadlines

Voor het inleveren van opdrachten en werkstukken gelden de deadlines zoals aangegeven in het desbetreffende collegeschema op Brightspace.

Herkansing

Het werkstuk kan worden herkanst. Hiervoor geldt de deadline zoasls aangegeven het desbetreffende collegeschema op Brightspace.

Inzage en nabespreking werkstuk

Uiterlijk bij het bekendmaken van de uitslag van het werkstuk wordt aangegeven op welke wijze en op welk tijdstip de inzage nabespreking van het werkstuk plaatsvindt.

Literatuurlijst

[NB: onder voorbehoud. Literatuur wordt verstrekt door docent of is online raadpleegbaar. De literatuur hoeft niet voorafgaand aan het college bestudeerd te worden.]

  • Berg, J. van den, De toegang tot het Binnenhof: de maatschappelijke herkomst van de Tweede Kamerleden tussen 1849 en 1970 (Weesp 1983).

  • Berg, J. van den, en B. van den Braak, 'Kamerleden als passanten in de Haagse politiek. De maatschappelijke herkomst van Tweede-Kamerleden 1970-2004' Jaarboek Parlementaire Geschiedenis (2004) 69-81.

  • Berg, J. van den, 'Het 'prefab-kamerlid. De gewijzigde recrutering van de Tweede-Kamerleden sinds 1971-1972', in: idem e.a. (red.), Tussen Nieuwspoort en Binnenhof: de jaren 60 als breuklijn in naoorloogse ontwikkelingen in politiek en journalistiek. Opstellen aangeboden aan prof. dr. N. Cramer (Den Haag 1989) 191-210.

  • Braak, B. van den, 'Representerende het Nederlandse volk. De samenstelling van de Tweede Kamer', in: R.A.M. Aerts, e.a. (red.), In dit Huis. Twee eeuwen Tweede Kamer (Amsterdam 2015) 65-90.

  • Braak, B., van, 'Van grootburgers naar professionals. Nederlandse politici tussen 1875-1975', in: P.E. Werkman en R. van der Woude (red.), Wie in de politiek gaat, is weg? Protestantse politici en de christelijk-sociale beweging (Hilversum 2009) 43-68.

  • Jong, J. de, Van standspolitiek naar partijloyaliteit: verkiezingen voor de Tweede Kamer, 1848-1887 (Hilversum 1999).

  • Laarse, R. van de, A nation of notables: class politics and religion in the Netherlands in the nineteenth century (Salford 1999).

  • Moes, J., Onder aristocraten: over hegemonie, welstand en aanzien van adel, patriciaat en andere notabelen in Nederland, 1848-1914 (Hilversum 2012).

  • Schmidt, C., Om de eer van de familie. Het geslacht Teding van Berkhout, 1500-1950. Een sociologische benadering (Amsterdam 1986).

Inschrijven

Inschrijven via uSis is verplicht.

Algemene informatie over uSis vind je op de website.

Aanmelden Studeren à la carte en Contractonderwijs

niet van toepassing

Contact

Lauren Lauret

Opmerkingen

geen